De schilderijen of collages van Malou Busser zijn gelaagd en de materialiteit van haar werk is intens. Ze schildert, tekent, borduurt en plakt details uit foto’s tot er een nieuw beeld ontstaat. Het zijn werken met een boodschap, een prachtige vertaling van de tijdgeest. De economische groei eist zijn tol. De immer oprukkende bebouwing vult de ruimte. De bouwende mens is gaan geloven dat mens en natuur twee verschillende werelden zijn.

Met haar werk houdt ze ons een spiegel voor en lijkt de natuur weemoedig een tweederangs rol toebedeeld te krijgen. Maar haar werk wil niet somber zijn, er breekt zonlicht door. De mens kan zich weer hervinden, natuur worden, dan breekt het gras door het asfalt heen en begroeien de daken tot mossige weiden.

Tekst: Jack van Milder

 

When initially seeing the work of Malou Busser we are often caught off balance, unsure what exactly we are looking act. Best defined as a view through space or time, where the natural and built environment converge. Or rather, the encroaching technology intrudes on and represses the relative order of the natural environment. The aggression, shameless in the confrontation, is both emphasized and tempered in the work of Malou Busser. The artwork seems to express a status quo, reflecting the delicate balance with the use of images, generally figurative, carefully cut-out and static.

Photography, an ideal medium by which to illustrate technical intervention, is combined, though not compulsively, with painted landscapes. The smooth surface of the photo and the harsher layers of paint reinforce the contrast.

The human element is not completely absent, though at first sight inconspicuous and subtly present, the embroidered components testifying the hand of the artist seemingly at odds with her surroundings. The rare appearance of a human figure, usually the artist herself, appears to be trying to forge a link between the two elements as she tries to establish her place in the picture. Without moralising, Malou Busser shows us the relationship between 
nature and technique in its full complexity and gives our eyes something 
upon which to feast.

Tekst: Daan van Speijbroeck, kunstcoördinator Radboud UMC in Nijmegen